Aantal spelers: 2-4
Speelduur: 30-45 minuten
Leeftijd: 8+
Auteur: Michael Kiesling
Uitgever: Next Move Games
Jaar: 2019


Dit is een herpublicatie van een review die ik eerder schreef voor bordspelwereld.nl
Inmiddels zijn er heel wat versies van Azul verschenen. Natuurlijk het origineel, maar ook vervolgspellen, uitbreidingen en een twee-spelers-versie.
Deze keer ga ik het hebben over Azul: Zomerpaviljoen. En natuurlijk kan ik het niet laten om ook (al is het maar een beetje) te vergelijken met het origineel.
Dus lees snel verder in deze review wat wij van Azul: Zomerpaviljoen vinden.
Azul: Zomerpaviljoen – Een eerste indruk
Aan het begin van de 16e eeuw gaf koning Manuel I de beste ambachtslieden van Portugal de opdracht om grootse gebouwen te bouwen. Na de voltooiing van de paleizen van Evora en Sintra wilde de koning een zomerpaviljoen bouwen ter ere van de beroemdste leden van de koninklijke familie. Deze bouw was bedoeld voor de meest getalenteerde ambachtslieden, wier vaardigheden pasten bij de pracht en praal die de koninklijke familie verdiende. Helaas stierf koning Manuel I voordat de bouw begon.
In Azul: Summer Pavilion keren spelers terug naar Portugal om de nooit begonnen taak te volbrengen. Als meester-ambachtsman moet je de beste materialen gebruiken om het zomerpaviljoen te bouwen en daarbij zorgvuldig verspilling van grondstoffen voorkomen. Alleen de besten zullen de uitdaging aangaan om de Portugese koninklijke familie te eren.
Tot zo ver het verhaal van het spel. En inderdaad; Het geheel ziet er kleurrijk (zomers) uit. Het geeft mij, misschien nog meer dan het origineel, het gevoel van een tegelvloer. De borden die erbij komen zijn van stevig karton en geïllustreerd met mooie afbeeldingen. Het geheel geeft wel echt een bepaalde sfeer af.
Naast de spelersborden, het ronde- en bonusbord, de tegeltjes en een zakje voor de tegeltjes, vind je in Azul: Zomerpaviljoen ook een toren, waar je de gebruikte steentjes in kunt verzamelen; Een heel groot voordeel.
Hoe wordt het gespeeld?
Azul: Zomerpaviljoen wordt altijd in 8 ronden gespeeld, die worden bijgehouden op het rondebord.
Net als bij ‘de gewone’ Azul krijgen de spelers een spelersbord, waarbij je kunt kiezen uit de gekleurde kant of de grijze kant en worden er, afhankelijk van het aantal spelers een aantal fabriekstegels op tafel gelegd. Op elk van die fabriekstegels worden 4 gekleurde stenen geplaatst.
Op het spelersbord zie je 6 gekleurde sterren en in het midden een donkerblauwe ster. Bij elk van de sterpunten staat ook een getal. Dit getal geeft aan hoeveel steentjes je nodig hebt om deze sterpunt te vullen. Je scoort punten door sterdelen te vullen. 1 punt voor een gevuld sterdeel, en één extra punt voor elk aansluitend deel dat al gevuld is. (De donkerblauwe ster moet gevuld worden met elke kleur 1 keer)
Aan het eind van het spel kun je bonuspunten scoren voor sterren in één kleur die helemaal gevuld zijn, of het gevuld hebben van alle 1-vakken, 2-vakken, etc.
Tot zo ver is het spel in de basis erg gelijk aan het origineel, maar er zijn een paar (flinke) verschillen.
Spelers spelen ombeurten en mogen in die beurt alle steentjes van één kleur van een fabriekstegel pakken (of uit het midden, indien van toepassing). Maar elke ronde is er ook een bonuskleur, deze bonuskleur wordt aangegeven op het rondebord. Als zich er een bonussteen bevindt op de plek waar de speler zijn stenen pakt, mag hij ook een bonussteen pakken. Deze bonussteen(s) kunnen in deze ronde worden ingezet als willekeurige kleur. Hierbij is het wel belangrijk te weten dat men (ook) minimaal één steen nodig heeft van de kleur die hij wenst te plaatsen.
Voorbeeld: In ronde 1 is paars de bonuskleur. Een speler heeft (o.a.) 3 gele stenen en 3 paarse stenen. Deze kunnen gebruikt worden om de gele 6 op te vullen, maar bijvoorbeeld ook om de gele 1,2 én 3 op te vullen, of de gele 2 en 4.
Spelers pakken steentjes totdat de steentjes in het aanbod op zijn en dan gaan ze hun borden vullen.
Tijdens het vullen van de sterren kan een speler bonussen verzamelen. Op de spelersborden staan 3 verschillende blauwe afbeeldingen; een fontein, een standbeeld en een poort. Wanneer deze afbeeldingen rondom gevuld worden, mag de speler respectievelijk 1,2 of 3 extra stenen pakken van het bonusbord. Deze komen bij de stenen die ze hebben verzameld deze ronde en mogen ze dus ook ‘meteen’ op hun bord plaatsen.
Nog een (groot) verschil met het origineel is dat spelers maximaal 4 stenen mogen meenemen naar de volgende ronde, zonder dat dit minpunten oplevert.
Minpunten worden wel gescoord door de eerste speler die stenen uit het midden pakt. Hij pakt dan altijd de startsteen, zodat hij de volgende ronde mag beginnen. Verder pakt hij alle stenen van de kleur die hij wilt en eventueel één bonussteen. Het totaal aantal stenen (inclusief de startsteen) wat hij gepakt heeft, is het aantal minpunten.
Punten voor het plaatsen van stenen in de sterren wordt tijdens het spel gedaan. Aan het eind van het spel worden de punten voor eventuele hele sterren of cijfers geteld.
Wat vinden wij van Azul: Zomerpaviljoen?
Azul: Zomerpaviljoen heeft absoluut de basis meegenomen van het origineel. Dat gezegd hebbende, speelt het toch ontzettend anders. Voor mij zijn de grote verschillen dat Azul: Zomerpaviljoen veel meer een (tactische) puzzel is. Je moet vooruit plannen en denken, slimme keuzes maken. Een Ander groot verschil is dat er in Azul: Zomerpaviljoen over het algemeen veel minder interactie is, van ‘hatefdrafting’ is eigenlijk zelden sprake, enkel soms wanneer een ronde bijna voorbij is. Dat zorgt er ook voor dat dit spel zowel met 2,3 als 4 spelers prima speelt. Eigenlijk ben je weinig met elkaar bezig waardoor elk spelers aantal prima speelt. Bij 4 spelers kan het soms wat langer duren voor je stenen op je bord mag plaatsen, maar dat kun je eventueel ook vullen als nadenktijd.
Zoals eerder genoemd heeft Azul: Zomerpaviljoen een toren waar de gebruikte steentjes in gedaan worden en ook gemakkelijk weer in de zak gedaan kunnen worden. Dat is, wat mij betreft, toch echt wel een groot voordeel is. Een (hele) kleine toevoeging, maar met groot effect.
Zowel Azul als Azul: Zomerpaviljoen hebben 8+ op de doos staan. Ik zou zeggen dat Azul al eerder te spelen is, en Azul: Zomerpaviljoen misschien wel vanaf 8 jaar, maar wel als het kind spelervaring heeft en een beetje goed is in inzicht en puzzelen.
Ik vind Azul: Zomerpaviljoen een mooi gateway spel. Toevallig hebben wij het laatst op de club gespeeld met een nieuwe speler die nog maar weinig spelervaring had. Daarvoor is Azul: Zomerpaviljoen perfect. Maar ook voor gevorderde spelers blijft dit een leuk spel. Het komt bij mij regelmatig op tafel als tussendoortje en/of als we het ‘even niet weten’.
Maar, het moet wel bij je passen. Het puzzelige, de weinige interactie. Het zit wat dat betreft een beetje in de lijn van Cascadia, Calico en Kasteel in de Steigers. Vind je dat leuke spellen? Dan is Azul: Zomerpaviljoen zeker de moeite waard!
Azul: Zomerpaviljoen eerst eens uitproberen? Je vindt hem op Boardgamearena.

Azul: summer pavilion
Players: 2-4
Time: 30-45 minutes
Age: 8+
Author: Michael Kiesling
Publisher: Next Move Games
Year: 2019


There are now many versions of Azul available. Of course, there is the original, but there are also sequels, expansions, and a two-player version.
This time, I’m going to talk about Azul: Summer Pavilion. And of course, I can’t resist comparing it (even if only a little) to the original.
So read on in this review to find out what we think of Azul: Summer Pavilion.
Azul: Summer Pavilion – First impressions
At the beginning of the 16th century, King Manuel I commissioned the best craftsmen in Portugal to build grand buildings. After the completion of the palaces of Evora and Sintra, the king wanted to build a summer pavilion in honor of the most famous members of the royal family. This construction was intended for the most talented craftsmen, whose skills matched the splendor and pomp that the royal family deserved. Unfortunately, King Manuel I died before construction began.
In Azul: Summer Pavilion, players return to Portugal to complete the task that was never started. As a master craftsman, you must use the best materials to build the summer pavilion, while carefully avoiding wasting resources. Only the best will take on the challenge of honoring the Portuguese royal family.
So much for the story of the game. And indeed, the whole thing looks colorful (summery). Perhaps even more than the original, it gives me the feeling of a tiled floor. The boards are made of sturdy cardboard and illustrated with beautiful images. The whole thing really does give off a certain atmosphere.
In addition to the player boards, the round and bonus board, the tiles, and a bag for the tiles, Azul: Summer Pavilion also includes a tower where you can collect the tiles you have used, which is a big advantage.
How is it played?
Azul: Summer Pavilion is always played in eight rounds, which are tracked on the round board.
Just like in the “regular” Azul, players receive a player board, where you can choose between the colored side or the gray side, and depending on the number of players, a number of factory tiles are placed on the table. Four colored tiles are placed on each of these factory tiles.
On the player board, you will see six colored stars and a dark blue star in the middle. There is also a number next to each star point. This number indicates how many tiles you need to fill this star point. You score points by filling star segments. You get 1 point for a filled star segment and 1 extra point for each adjacent segment that is already filled. (The dark blue star must be filled with each color once.)
At the end of the game, you can score bonus points for stars in one color that are completely filled, or for filling all 1-square, 2-square, etc. spaces.
So far, the game is very similar to the original, but there are a few (significant) differences.
Players take turns and may take all tiles of one color from a factory tile (or from the center, if applicable). However, each round there is also a bonus color, which is indicated on the round board. If there is a bonus tile where the player takes their tiles, they may also take a bonus tile. These bonus tile(s) can be used as any color in that round. It is important to note that players must have at least one tile of the color they wish to place.
Example: In round 1, purple is the bonus color. A player has (among other things) 3 yellow tiles and 3 purple tiles. These can be used to fill the yellow 6, but also, for example, to fill the yellow 1, 2, and 3, or the yellow 2 and 4.
Players take tiles until there are no more tiles left in the supply, and then they fill their boards.
While filling the stars, a player can collect bonuses. There are 3 different blue images on the player boards: a fountain, a statue, and a gate. When these images are filled in, the player may take 1, 2, or 3 extra stones from the bonus board, respectively. These are added to the stones they have collected this round and may therefore be placed on their board immediately.
Another (major) difference from the original is that players can take a maximum of 4 stones to the next round without losing points.
Penalty points are scored by the first player to take tiles from the center. They always take the starting tile, so they can start the next round. They also take all tiles of the color they want and, if possible, one bonus tile. The total number of tiles (including the starting tile) they have taken is the number of penalty points.
Points for placing tiles in the stars are scored during the game. At the end of the game, the points for any complete stars or numbers are counted.
What do we think of Azul: Summer Pavilion?
Azul: Summer Pavilion has definitely taken the basics from the original. That said, it plays very differently. For me, the big differences are that Azul: Summer Pavilion is much more of a (tactical) puzzle. You have to plan ahead and think, make smart choices. Another big difference is that in Azul: Summer Pavilion there is generally much less interaction, there is rarely any “hate drafting,” only sometimes when a round is almost over. This also means that this game plays well with 2, 3, or 4 players. You don’t really interact with each other much, so any number of players works well. With 4 players, it can sometimes take a little longer before you can place your tiles on your board, but you can use that time to think about your next move.
As mentioned earlier, Azul: Summer Pavilion has a tower where the used tiles are placed and can easily be put back into the bag. In my opinion, this is a big advantage. It’s a (very) small addition, but it has a big effect.
Both Azul and Azul: Summer Pavilion are rated 8+ on the box. I would say that Azul can be played earlier, and Azul: Summer Pavilion perhaps from 8 years old, but only if the child has some gaming experience and is reasonably good at understanding and puzzling.
I think Azul: Summer Pavilion is a nice gateway game. Coincidentally, we recently played it at the club with a new player who had little gaming experience. Azul: Summer Pavilion is perfect for that. But it also remains a fun game for advanced players. I regularly play it as a filler game and/or when we don’t know what to play.
But it has to suit you. The puzzling nature, the lack of interaction. In that respect, it’s a bit like Cascadia, Calico, and Castle Builder. Do you like those games? Then Azul: Summer Pavilion is definitely worth a try!
Want to try Azul: Summer Pavilion first? You can find it on Boardgamearena.